Adwaita-dogma’s

Onlangs postte ik op een internationaal internetforum een stelling die onbedoeld ietwat provocerend uitwerkte: “Zelfrealisatie, het inzicht de Tijdloze Oneindigheid te zijn, heeft weinig betekenis zolang het niet in het hart is gezakt.” Met die kreeg ik maar weinig positieve reacties, vooral vragen zoals ‘voor wie het dan betekenis zou moeten hebben’.

Maar mijn uitgangspunt is nog altijd dat spiritualiteit – en adwaita vedanta is maar een van de vele mogelijke benaderingen op dat gebied – altijd gaat over één specifieke kwestie, namelijk het transformeren van de onderbewuste geest op een manier die maakt dat het persoonlijk nemen van het leven achterwege gelaten kan worden en dat we de ruimte gaan voelen om in het hart te herkennen wat er hier en nu zowel waar als relevant is. Dan kunnen we namelijk in iedere willekeurige situatie vanuit die herkenning respons geven. Het verlichtende inzicht moet in het hart zinken om zich te kunnen verbinden met het hier en nu, en dan kan het zich via jou in de wereld manifesteren. De Waarheid weet wat Nodig is. Maar om dat wat Nodig is te kunnen manifesteren heeft hij jou nodig. Jij moet toelaten dat de Waarheid een transformatie in jou teweegbrengt, met name een transformatie met betrekking tot je overtuigingen.

Dit betekent dus ook dat je niet te stevig vast moet houden aan bepaalde opvattingen en inzichten, want het kan altijd zijn dat die over het algemeen wel gelden, maar in deze specifieke situatie waarin je je nu bevindt nou net even niet. Niets gaat altijd op.

Dat laatste geldt zelfs voor het inzicht dat ons ware zelf in feite de Tijdloze Alomtegenwoordigheid is. Ook dat inzicht moet relevant zijn, hier en nu. Maar wat is dat dan, ‘relevant’? Dat laat zich lastig formuleren, maar om toch een poging te wagen: het betekent dat het precies is wat nodig is. Dat wil zeggen, het is precies dat wat jij – of degene die er voor je staat – gebruiken kan voor de stap die je hier en nu zetten kan in de richting van het achterlaten van lijden. Toch is ook die formulering gebrekkig. Het is ook eigenlijk niet te formuleren, want dan zou inzicht voldoende zijn. Dat zou betekenen dat inzicht de Waarheid kon vangen en het denken dus inderdaad greep zou kunnen bieden op de chaos van het leven en zo een eind maken aan het lijden. Dat is nou juist niet zo, want de waarheid over wat daar voor nodig is, is even levend en beweeglijk als het leven zelf. Zo werkt het dus gewoon niet. Inzichten bieden slechts algemene principes. En dat is nou juist precies de reden waarom ik de bovengenoemde stelling postte.

Inzichten zijn waardevol maar niet zaligmakend. Het  directe inzicht dat je in wezen de Tijdloze Oneindigheid bent is ongetwijfeld een belangrijk hulpmiddel. Het maakt soms in één klap een eind aan een jarenlange krampachtige levenshouding die nooit ergens toe leiden kon. Het biedt een uitgangspunt, een perspectief waar altijd vrede te vinden is, ongeacht wat. Dat is nogal wat! Maar het is ook zo dat dat zo nog steeds van hetzelfde principe uitgaat, namelijk: “Wat heb ik er aan? Wat levert het mij op?” Daar is op zich niks mis mee. Integendeel. Als je iets ontdekt waarmee je de gewoonte van lijden achter kunt laten, dan is dat op zijn minst een groot feest waard. Maar desondanks is het ook zo dat je het daar niet bij hoeft te laten. Zoals hierboven gesteld gaat spiritualiteit, in mijn ervaring althans, over het vermogen respons te geven vanuit de herkenning wat er hier en nu zowel waar als relevant is. Daarvoor moeten we het inzicht in het hart laten zakken. Als we de Oneindigheid zijn, en dus ook alles wat erin verschijnt, dan hebben we dus ook alles te maken met alle belangen die daar in verschijnen. De vraag “Wat betekent het voor mij?” kan dan niet meer het uitgangspunt zijn, want die is dan vervangen door de vraag: “Wat is er hier het belangrijkst, en voor wie en wat?” Of, duidelijker geformuleerd: “Wat zou liefde, met alle wijsheid die het vergaard heeft, hier nu doen?” Zoals mijn laatste leraar het zei: Liefde ziet en accepteert alle gebreken van elke uitdrukkingsvorm – menselijk of anders –, en zij is er altijd op gericht is om het innerlijk leven – de ziel – te bevrijden van de ketenen van zelfmisleiding. Liefde herkent vanzelf wie er daarmee begeleiding nodig heeft, en wanneer, en hoe, en waarmee precies, en waarom.

Als het inzicht van zelfrealisatie nog niet in het hart is gezakt, zijn we geneigd om ons een beetje overenthousiast te gedragen en te geloven dat dat inzicht de oplossing is voor alles en iedereen. We zijn dan nog een beetje verliefd op het inzicht, of eigenlijk op het gevoel van macht dat het ons geeft om ons van een zware last te bevrijden, want dat is wat we hebben meegemaakt. Maar voor iedereen geldt dat hij alleen maar kan stappen van waar hij staat. Dat betekent dus dat dat inzicht wel nét de stap moet zijn die iemand nu kan zetten, anders is het niet relevant. Niet voor hem. Niet nu. Hij is op dat moment dan meer gebaat met iets anders dat hem in die richting helpt. Liefde herkent dat onmiddellijk en weet wat het moet doen om zo iemand daarin te steunen.

Zie je het verschil? Het projecteren van je eigen verhaal op iemand anders – ook al is het nog zo’n goed verhaal – is maar zelden wijs en dienstbaar.

Bovendien zit er nog een ander gevaar aan het overdreven belangrijk maken van het inzicht, want het gevaar is levensgroot dat je er jezelf weer meer gevangen zet in je eigen denken. Inzichten zijn weliswaar erg behulpzaam om je te bevrijden van oude overtuigingen die al heel lang spanning en lijden veroorzaakten, maar dat betekent nog niet dat je die inzichten als Waarheden met een grote W moeten gaan beschouwen. Het zijn nog steeds maar gedachten, per definitie mentale dingen die gebonden zijn aan dualiteit. Om een voorbeeld te geven: Ik kom het vaak tegen dat mensen die zich met adwaita vedanta bezig houden, er volledig van overtuigd zijn dat vrije wil niet bestaat. ‘Alles gaat vanzelf; er is niemand die kiest.’ Ja, dat is waar. Maar daar is niet alles mee gezegd. Het is inderdaad een geweldige pointer om de Dimensieloze Oneindigheid van ons ware zelf mee ‘aan te wijzen’, maar de gedachte zelf moet niet verworden tot dogma, want dan bindt je je juist weer aan dualiteit en maak je er meteen weer een religie van. En daar wilden we ons nou juist van losmaken. De overtuiging“vrije wil bestaat niet” is simpelweg het tegenovergestelde van “vrije wil bestaat”, nietwaar? Dus hoe kun je het in vredesnaam non-dualiteit noemen als je alleen maar van de ene naar de andere overtuiging flipt?

Het is net zoiets als een olifant onder de microscoop leggen en dan zeggen: “Ik zie alleen maar héél veel cellen, maar er is niks te vinden wat al die cellen tot olifant maakt!” Nee, allicht niet, denk ik dan… Je moet natuurlijk wel een duidelijke en bewuste reden hebben om op die manier te kijken. Dat wil zeggen: door de microscoop kijken moet op dat moment relevant zijn om innerlijk lijden ongedaan te kunnen maken. En, natuurlijk, een heel goede reden om dat te doen is om te laten zien of eraan te herinneren dat de aard van onze ware natuur Leegte is. Maar om dan meteen te concluderen dat olifanten niet bestaan is een beetje simplistisch. Je moet je niet op grond van die ontdekking meteen weer ingraven in dat perspectief alleen. Waarom zou je? Je kunt je toch niet alleen als Tijdloze Oneindigheid beschouwen, en je menselijke verschijning als onwaar? Er is niets dualistischer dan dat!

Ook kan het uiteraard wel degelijk heel zinnig zijn om er een tijdlang regelmatig goed stil bij te staan dat je de Oneindigheid bent. Als je zo lang geloofd hebt dat je je ik-gedachte was, en al die tijd ook geleefd hebt alsof dat zo was, dan is het zeker zinnig om een poosje stil te staan bij dat wat laat zien dat dat toch echt heel anders ligt. Maar om dan meteen te concluderen dat het tegenovergestelde wel de Waarheid is en het oude idee niet betekent dat je je uitlevert aan het dualistische denken. Dat zou jammer zijn. Kijk goed uit voor alle implicaties die het denken aan ontdekkingen toeschrijft, want die zijn in de regel op zijn best maar halve waarheden. Het denken functioneert nou eenmaal op basis van dualiteit, dus als het een waar is, is het tegenovergestelde onwaar, zo redeneert het. Maar dat is nou juist waar je niet al te serieus in mee moet gaan.

Terugkomend op ons voorbeeld: het is dus zeker heel erg waar dat vrije wil inderdaad niet bestaat, en het is evenzeer heel erg waar dat vrije wil wel degelijk bestaat. En dat is helemaal geen geheimzinnige mystiek-spirituele paradox. Absoluut niet. Het zijn slechts waarnemingen vanuit verschillende perspectieven, twee tegenover elkaar liggende facetten van dezelfde diamant die met het denken bekeken worden. Soms is de ene invalshoek relevant, soms de andere. Dat is alles. Het hart weet instinctief en onmiddellijk welke en wanneer.

Er is een oud Indiase zegswijze – die Alexander Smit overigens ook wel eens aanhaalde – en die luidt: “Gedachten zijn als doorns. Als er één in je huid steekt en een splinter achterlaat, dan neem je er nog een om die splinter er mee uit te halen. Dan gooi ze daarna allebei weg.”

Allebei!

Verliefd worden op de tweede doorn en hem koesteren als het heilige kleinood waarmee je je voor altijd van je lijden kunt verlossen, is een vergissing. Dat vernauwt je blik. Het leven gaat over nog wel meer dan het verzamelen van stukjes gereedschap. En pas maar op, je zou in je blinde verliefdheid zomaar de doornstruiken in kunnen lopen!

Dit bericht is geplaatst in Uncategorized. Bookmark de permalink.

1 Response to Adwaita-dogma’s

  1. Bartjan schreef:

    Blijf het een goed stuk vinden 😉

Laat een reactie achter op Bartjan Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

* Copy This Password *

* Type Or Paste Password Here *